dinsdag 26 februari 2013

Onderweg addendum

Nadat ik het blogbericht 'Onderweg' had gepost, nam ik de bus van de stad Adama naar Wenji, een dorp 15 km verder. Zo'n grote, oude, stevige bus voor 25 a 30 personen. We rijden op een stuk asfalt als plots de bus naar links uitwijkt en meer en meer begint te zwengelen... BOENK.

'Als de driver en de passagiers van die bajaj dat maar overleven' is mijn eerste gedachte.
Een 50tal meter verder heeft de buschauffeur eindelijk zijn rem volledig ingedrukt en staan we stil.

Een bajaj is een tuktuk, zo'n cabinetje op 3 wielen. Dat hebben we dus met onze logge bus in volle vaart weggekatapulteerd. Niemand is gewond, enkel blikschade... oef! Maar onze bus kan en mag niet verder rijden. Iedereen moet dus in de volgende bus naar Wenji en daar zitten al veel passagiers op want 's avonds is er een groot tekort aan vervoer.

Als ik me er toch nog bij gepropt krijg, komt er een stevige Ethiopier opgesprongen en de deur gaat met een smak dicht. Ik word geplet tussen de stevige man en de deur en een vrouw met boodschappen en een ijzeren staaf. "Godverdomme" vloek ik hardop want het doet even serieus pijn. Waarop een andere passagier lacht en "Godverdomme" herhaalt, "Are you Belgian?"

Haha, weer zo een miserie-situatie die een heerlijke wending neemt: blijkt die passagier voor een Belgische bloemenkweker in Ethiopia te werken. Zijn baas vloekt blijkbaar veel want het is het enige dat de man in het Nederlands kan zeggen: Godverdomme!

We lachen en hobbelen opeengeplakt verder om uiteindelijk heelhuids in Wenji aan te komen.
Maar ik denk dat ik volgende keer, in plaats van op Hem te vloeken eerder een schietgebedje aan God richt. Wie weet helpt het voor een veilige reis.

vrijdag 22 februari 2013

Onderweg

Ooit namen een ezel, een hond en een geit samen de minibus. Aan het einde van de rit betaalde de ezel de exacte prijs, de hond betaalde te veel en kreeg zijn wisselgeld niet terug en de geit betaalde niet. Sinds die dag is de ezel kwaad en blijft die koppig op het midden van de weg staan als een minibus voorbij rijdt. De hond rent dan blaffend achter de minibus om zijn wisselgeld op te eisen en de geit springt snel van de baan uit schrik dat de driver toch eist om te betalen. 

Een toffe driver vertelde me deze Ethiopische mop. Nochtans kan ik meestal niet lachen om drivers. Ze rijden naar mijn goesting vaak te snel of bellen de helft van hun telefoonboek op of ze stoppen om de twee minuten omdat ze daar iemand dag moeten zeggen en hier een pakje moeten ophalen en daar chat* willen kopen en hier nog uitgebreid willen lunchen. In Ethiopië weet je nooit wanneer je taxibusje vertrekt en al helemaal niet wanneer je zal aankomen. En de passagiers in de overvolle minibus? Wel die ondergaan het. Ik verbaas me erover dat er maar zelden iemand protesteert tegen dat getreuzel. Vermoedelijk haalt het gewoon weinig uit omdat de chauffeur letterlijk de sleutel in handen heeft.
Een Nederlander die in Ethiopië woont, vertelde dat in dit land het minste auto’s van Afrika rondrijden maar dat er wel het meeste verkeersongevallen gebeuren. Het zou wel kunnen kloppen want je ziet hier maar weinig auto’s, meestal zijn het minibusjes of 4x4’s of vrachtwagens. En ik heb al vaak vrachtwagens op hun kant zien liggen, ‘k zag al twee keer een uitgebrande auto die van de weg was gesukkeld en hoorde al gruwelverhalen van ongevallen met minibusjes.
Godzijdank ben ik altijd heelhuids op mijn bestemming geraakt. Maar ‘k heb al wel vaak mijn blik afgewend als er in volle vaart een tegenligger aankomt. Of toen twee kinderen hand in hand aan de kant liepen maar één kind plots wou oversteken, gelukkig had haar vriendinnetje de reflex om haar hard terug te trekken. Voetgangers zijn hier meestal niet gewend aan auto’s. Toeterend door de dorpen rijden is noodzakelijk om hen voor het gevaar op vier wielen te waarschuwen. 

De mop over de hond, de geit en de ezel lijkt misschien wat flauw maar als je door Ethiopië rijdt, is het wel grappig hoe herkenbaar het is. Elke 200 meter loopt er hier werkelijk een boerderij rond. En het gedrag van die dieren is deels voorspelbaar: de ezel blokkeert effectief de weg en de geiten springen meteen opzij. Maar nog veel vaker is het onvoorspelbaar of het beest zal stoppen of niet. En tijdens mijn laatste lange rit zat het er tegen… De minibus reed tegen een koe. Of liep de koe tegen de minibus? We stoppen, de driver en zijn assistent stappen uit om de schade op te meten. Gelukkig reed de chauffeur niet te snel en het dier is slechts licht gewond aan zijn achterpoot. Een vrouw komt luid jammerend het dier bekijken. Het is haar koe en ze eist een schadevergoeding. Een paar passagiers stappen ook uit, ze verdedigen de driver. Een aantal andere vrouwen die ook koeien hebben rondlopen, nemen het voor de eigenares van de koe op. Iedereen staat tegen iedereen te schreeuwen en ondertussen wordt de koe aan een paal vastgemaakt.
De vrouw van de koe stapt in de minibus en we rijden naar het politiekantoor. Daar pikken we een jonge agent op en rijden we terug naar de plaats van de aanrijding. De vrouw eist 3500 birr (145 euro). Dat is de volledige waarde van de koe want die is nu waardeloos geworden zeggen zij en de andere vrouwen. Nog meer discussie met wat duwen en trekken erboven op. Ondertussen zijn we een uur verder. Uiteindelijk betaald de driver de vrouw 250 birr (10 euro) en ietsje later zijn we weer onderweg.
*chat = Een stimulerend plantje waarvan je op de groene blaadjes kauwt. Chat is populair in Ethiopië, het kauwen is vaak een sociaal gebeuren met zelfs Chat Ceremonies. Veel drivers kauwen chat. Ze zouden zich hierdoor beter kunnen concentreren en langer wakker kunnen blijven.

dinsdag 12 februari 2013

Don't Worry, Be Happy

Tientallen keren ben ik al nageroepen “Hi mister!”. Fysiek is het verschil tussen een man en mij wel duidelijk maar “miss” ontbreekt nog bij vele Ethiopiërs in hun Engelse woordenschat. Honderden keren vroegen voorbijgangers “Where are you from?”. Duizenden keren was de vraag “What is your name?”. En ontelbare keren ben ik al verwelkomd “Welcome in Lalibela, Welcome in Gondar,…” ’t Zijn vragen van nieuwsgierigen, een manier om een gesprekje aan te knopen of gewoon een manier om hallo te zeggen. Uit beleefdheid antwoord ik vaak maar soms heb ik gewoon geen zin om voor de 1563ste keer te zeggen dat ik in België woon.

En dan is er het feit dat vaak meteen na die eerste vragen nog een vraag volgt. Al klinkt het uit die kindermonden meer als een bevel: “Give me… pen/t-shirt/chocolate/money/candy/picture/…” Het verbaast me dat er nog altijd toeristen die dingen uitdelen. Waardoor de kinderen het blijven vragen en wie of wat help ik daar (op lange termijn) mee? Volwassenen proberen me dan weer de beste prijs aan te smeren voor een mini-bus of voor een gids om de historische site te bezoeken. Bij momenten lijk ik me de hele tijd te moeten verantwoorden. Om dan nog maar te zwijgen over het constante onderhandelen. Want als een taxirit voor een Ethiopiër 20 birr kost, dan werd mij als Faranji (buitenlander) al 40 birr aangerekend. Of als je in een koffiebar een Engelse menukaart krijgt, dan mag je er bijna zeker van zijn dat er Faranji-prijzen zijn. En als ik op mijn centen let, laat ik beter een Ethiopische vriend een hotelkamer boeken want dat bespaart me tientallen birr.

Soms is alleen door Ethiopië reizen zo vermoeiend…
En vaak levert alleen door Ethiopië reizen verrassende momenten op…

Zoals toen ik in Aksum over straat slenterde. En ik niet “Hi Mister” maar “Hey Lotte” leek te horen. Ik beeldde het me niet in want het was Mirsha! De chauffeur die vorig jaar verloren reed samen met mijn KrisKrasgroepje. Ik kon er nu om lachen en we dronken samen koffie.


Of toen het tijdens een wandeling onverwacht (en uitzonderlijk voor deze tijd van het jaar) begon te regenen en de geitenjongens hun t-shirt over hun hoofd trokken en giechelden als ik ook een oplossing zocht om me droog te houden. En als ik me dan omdraaide en er somewhere over the rainbow een andere wereld leek te verschijnen.

Of toen de busrit 4 ipv 2 uur duurde en een vriend de overvolle bus entertainde. En toen hij andere reizigers op men iPod naar Cesaria Evora, 40Winks en Buena Vista Social Club liet luisteren. Want ja, die vriend heeft een goeie muzieksmaak en is grappig!

Of toen ik in Lalibela een mini-plastiek-zakje kreeg met een Belgische sim-en geheugenkaart. Een jaar geleden verloor een KrisKrasser zijn smartphone in Lalibela. Na een zoektocht, een onderhandeling met de gsmverkoper en na een staaltje van Ethiopische eerlijkheid kon ik een briefje schrijven en is het mini-plastiek-zakje onderweg naar België.

Of toen Nigeria de Africacup voetbal won en ik hevig supporter was voor Burkina Faso in de finale. Meteen na het fluitsignaal kreeg ik sms’jes “Sorry Lotte”. En toen de tuktuk-driver me de volgende dag herkende, stopte en vroeg “Were you not too disappointed? Because I was so satisfied!”

En toen ik op een godvergeten kruispunt hopeloos wachtte op een lift of op een eerlijke prijs voor een taxi. En toen het onderhandelen mislukte en ik noodgedwongen in een groezelige stinkende kamer moest overnachten. En toen ik in al mijn miserie zo hard moest lachen toen ik in dat hotelletje deze tekening op de muur zag:





zondag 3 februari 2013

Konjo


After one month in Ethiopia, I met so many people. Some just for a 'salaam, denanesh' others for a longer chat. I give you a few pictures, up to you to make your own story by each person. 

Konjo sowoch! Beautiful people!

Sunny Timkat
Goat boy & Thomas
Choir
Bezawit
Assafa
Priest
Mother and daughter
Torch child 
Passenger
Supporter
Model
Happy
Holy Mass
Curious
Wedding
Streetboys